Brzo Seveso

‘Just in time’-principe: net op tijd is soms te laat

Persoonlijke beschermingsmiddelen: 

Grote bedrijven bereiden zich voor op rampen en crises door een business contigency plan op te stellen om de bedrijfscontiguïteit veilig te stellen. Maar gek genoeg stellen zij géén plan op om de bedrijfsveiligheid te waarborgen ten tijde van een crisis.

In het bedrijfsleven hanteert men wel het ‘just in time’-principe. Daarbij is het de bedoeling om levering en productie zodanig op elkaar af te stemmen dat er nauwelijks tot geen voorraden in een bedrijf nodig zijn. De leveringen gebeuren precies op tijd, dus er hoeft niets te worden opgeslagen. Dit zorgt uiteindelijk voor het wegvallen van de voorraadkosten en alle andere daarbij optredende kosten.

‘Just in time’-principe: verstoring kan bevoorrading platleggen

Een groot nadeel van dit ‘just in time’-principe is dat de minste verstoring in de toelevering de hele bevoorradingsketen plat kan leggen: er zijn immers geen buffervoorraden meer. Hoewel het principe kostenbesparend is, brengt het ook risico’s met zich mee die de coronacrisis aan het licht bracht. Want een van de gevolgen van de coronacrisis was dat de PBM die bedrijven gebruikten, niet meer leverbaar waren. Met name bedrijven die gebruikmaken van mondmaskers zagen hun voorraden opraken, als sneeuw voor de zon. Dit kwam doordat ook PBM waren meegenomen in het ‘just in time’-principe bij de bedrijven waar ze in gebruik waren. In de praktijk vertaalt zich dit vaak in: nieuwe PBM bestellen als de doos (bijna) leeg is.

Het hele artikel is te lezen via arbo-online.nl en is geschreven door onze medewerker Jim Farla.